Grondbeleid

Belangrijkste wijzigingen en bevindingen

Wij verwachten een goede woningmarkt in 2018 waardoor de planresultaten stabiel zullen zijn. Minder zeker is de markt voor bedrijventerreinen en overige voorzieningen. De ontwikkeling van deze planprognoses kent meer onzekerheden.

In 2018 worden de grondexploitaties herzien van de projecten Sluiskwartier, Steenbrugge en Park Zandweerd. Mogelijk komt daar ook het Bedrijventerrein A1 bij, afhankelijk van de ontwikkelingen rond de verbreding van en aansluiting op de A1.

Een verkenning van de planresultaten van de grondexploitaties laat zien dat er per saldo geen grote mutaties in de benodigde verliesvoorziening is te verwachten. Bij het Bedrijventerrein A1 zien we wel een negatief effect van € 200.000 als gevolg van vertraging in de uitgifte en een tegenvaller bij de netto grondopbrengsten. Deze consequenties voor het planresultaat nemen wij mee in de actualisatie van de grondexploitatie bij de jaarrekening. Het risicoprofiel van de grondexploitaties hebben wij met € 50.000 verhoogd, vanwege de kans op extra vertraging in de grondexploitatie Teugseweg. Dit brengen wij ten laste van het specifieke weerstandsvermogen.

Het netto risicoprofiel van de verkoop gronden en panden in Deventer Noordoost is eveneens verhoogd met € 400.000, vanwege tegenvallende verkoopresultaten bij de verkoop van de oostelijke gronden. De biedingen op de in 2017 in de verkoop zijnde gronden liggen voor een groot deel onder de getaxeerde marktwaarden. Dit risico wordt opgevangen binnen de reserve onroerende zaken.

Visie gemeentelijk grondbeleid

Een belangrijk thema is een evenwichtige ontwikkeling van Deventer. Ontwikkelingen in onder andere demografie, economie, technologie en duurzaamheid leiden tot verandering in de ruimtevraag. Vanuit een kaderstellende rol hebben wij oog voor deze maatschappelijke opgave.

Het gemeentelijke grondinstrumentarium zien we als één van de middelen om deze maatschappelijke opgave te realiseren, aanhakend bij de ontwikkelingen rondom het totale instrumentarium van de Omgevingswet. De gemeente maakt situationeel gebruik van dit instrumentarium. Dat wil zeggen dat we per opgave bezien óf en op welke wijze de gemeente een actieve rol oppakt. Daarbij zijn we bovenal een breed faciliterende organisatie die ruimtelijke opgaven aan de markt over laat (uitnodigingsplanologie). Om kwaliteit te realiseren is gemeentelijke regie op de uitvoering niet noodzakelijk. Indien de markt deze opgaven niet of onvoldoende oppakt gaat de gemeente zelf naar een meer actief ontwikkelende rol op zoek. Dan kan ondermeer via een strategische aan- en verkoop van gronden en panden.

Via het bezit en de verkoop van grond is het mogelijk om afspraken te maken over gemeentelijke ambities die verder gaan dan hetgeen publiekrechtelijk mogelijk is. Gedacht wordt aan het stellen van duurzaamheidseisen zoals gasloos bouwen bij de verkoop van grond (bv. Steenbrugge of Leisurestrip Holterweg) of het haalbaar maken van initiatieven uit de markt door inzet van het instrument erfpacht (bv. DOIC, Bedrijventerrein A1 of Vaart in de Haven).

De lopende grondexploitaties maken wij af. Bij verkoop van gronden en panden houden we rekening met onze maatschappelijke taak. Dat wil zeggen dat wij aandacht hebben voor het beoogde toekomstige gebruik.

Gronden en panden die om strategische redenen wel in gemeentelijk bezit blijven maar nog niet onmiddellijk nodig zijn voor een ontwikkeling, zijn als pauzelandschappen beschikbaar voor tijdelijke functies.

De kansen en risico’s die horen bij grond- en vastgoedinvesteringen, hebben invloed op de algemene financiële positie van de gemeente. Dit beschrijven wij jaarlijks bij de jaarrekening in het Meerjarenperspectief grondbeleid (Mpg).

Uitvoering van het grondbeleid

De woningmarkt is sterk gegroeid. In alle segmenten worden er woningen gebouwd en verkocht. Dit geldt zowel voor de gemeentelijke woningbouwplannen als voor de particuliere ontwikkelingen. Er is vanuit investeerders een goede belangstelling waar te nemen voor de transformatie van bestaande gebouwen naar woningbouw.

Voor de komende jaren wordt ruimte gezien om nieuwe plannen op te pakken. Dat betekent ook dat besluitvorming over de voorraad strategische gemeentelijke gronden zoals de tweede fase van Steenbrugge, Park Zandweerd of aan Rielerweg/Tjoenerstraat actueel is.

Opnieuw zien wij een goede belangstelling voor het Bedrijvenpark langs de A1 voor met name kleinschalige kavels. Of dit daadwerkelijk tot verkopen gaat leiden blijft moeilijk te voorspellen. Er bestaat een goed vertrouwen dat de uitgangspunten van de bijgestelde grondexploitatie haalbaar zijn.Ook binnen de bestaande bedrijventerreinen zien we een goede dynamiek. Daar liggen verspreid ook enkele gemeentelijke kavels waarop meestal kleinere bedrijven zich kunnen vestigen. Belangrijk is het perspectief voor de bedrijfskavels aan de Westfalenstraat, die in beeld zijn voor de vestiging van het Cleantech Center Deventer. Hierdoor komt de huidige locatie langs de vierde havenarm vrij, wat ruimte biedt aan nieuwe watergebonden bedrijvigheid. Daarom is besloten dat demping van deze havenarm niet meer noodzakelijk is.

De markt voor overige economische activiteiten (diverse voorzieningen) is in beweging. Diverse innovatieve ontwikkelingen zien we in de strook tussen de snelweg en het havengebied, nader aangeduid als de Poort van Deventer. Ook de gemeentelijke gronden zoals Teugseweg (nabij Postillion), het voormalig gasfabriekterrein en het Havenkwartier maken deel uit van deze kansrijke ontwikkelingen. Mogelijk gaat de gemeente een actieve rol spelen, ondermeer door de aankoop van grond, in het Deventer Open Innovatiecentrum (DOIC) op het huidige AKZO-terrein. Eveneens zien we weer een groeiende belangstelling voor de ontwikkeling van de sport- en leisurestrook langs de Holterweg.

Actualiteiten grondbeleid

De huidige nota Grondbeleid dateert uit 2013 (vastgesteld in 2014). In 2018 is dat vijf jaar geleden. Ook de vastgoedmarkt is vrij wezenlijk veranderd sindsdien. Dat rechtvaardigt de vraag of het huidige faciliterende grondbeleid nog actueel genoeg is. Wij zien daarbij het onderscheid tussen het (strategisch) bezit van gronden en het zelf ontwikkelen van gronden.

In 2018 wordt de nota Grondbeleid geëvalueerd en zo nodig geactualiseerd. De resultaten van de evaluatie van de werkwijze Steenbrugge, 1e fase, die eind 2017 plaatsvindt, betrekken wij daarbij.

Een van de instrumenten van het grondbeleid is de erfpacht. Op welke wijze kan erfpacht worden ingezet om maatschappelijke doelen te dienen. Bijvoorbeeld bij de aanpak van Vaart in de haven, op welke wijze kan erfpacht dit proces faciliteren? In 2018 vragen wij de raad hierover besluiten te nemen.

Planresultaten en risico's grondexploitaties

Wij werken bij het vaststellen van grondexploitaties in twee stappen. Eerst wordt de raad gevraagd in te stemmen met de inhoudelijke uitgangspunten, vastgelegd in een integraal stedenbouwkundig plan. Daarna maken wij een grondexploitatie waarin wij deze uitgangspunten hebben vertaald. In 2018 worden de volgende grondexploitaties herzien.

1. Sluiskwartier

De raad heeft in 2017 gekozen voor het scenario Behoud en nieuwbouw. De grondexploitatie wordt hierop aangepast. In de Voorjaarsnota 2017 zijn hiervoor de benodigde aanvullende middelen (€ 750.000) vrijgemaakt en is het risicoprofiel aangepast.

2. Steenbrugge 2e fase

In 2017 evalueren wij de werkwijze van de eerste fase. De resultaten daarvan worden betrokken bij de aanpak van de tweede fase en verwerkt in de grondexploitatie. Naar verwachting leidt dit niet tot grote mutaties van het planresultaat en het risicoprofiel.

3. Park Zandweerd

Eind 2017 vragen wij aan de raad een besluit te nemen over de stedenbouwkundige opzet van Park Zandweerd. Dit is de laatste van zeven voormalige NIEGG projecten (niet in exploitatie genomen gronden), waarover een besluit wordt voorgelegd. In 2018 bepalen we, mede op basis van de ervaringen in de eerste fase Steenbrugge, de wijze waarop het plan zal worden uitgevoerd. Dat leidt in 2018 tot een nieuwe grondexploitatie. Naar verwachting leidt dit niet tot grote mutaties van het planresultaat en het risicoprofiel.

4. Bedrijventerrein A1

Mogelijk wordt in 2018 ook de grondexploitatie van het Bedrijventerrein A1 herzien als gevolg van de verbreding van de A1 en de nieuwe afrit 23. De omvang van de financiële effecten zijn nu nog niet te bepalen. Er wordt rekening gehouden met een negatief effect van circa € 200.000, bestaande uit € 50.000 als gevolg van een vertraging in de uitgifte en € 150.000 als gevolg van extra te betalen leges.

5. Cluster Stadsentree, Teugseweg

De ontwikkeling van het plan Deventer Experience in de Stadsentree van Deventer is complex. De kans bestaat dat de grondexploitatie extra vertraging gaat oplopen. Het huidige risico van € 100.000 (50%) wordt opgehoogd naar € 200.000 met een kans van optreden van 50%. Netto toename van het risicoprofiel is daarmee € 50.000.

Onroerend goed buiten exploitatie

Stille reserve (in weerstandsvermogen)

De stille reserves zijn niet zichtbaar op de balans en hebben betrekking op eigendommen van de gemeente. De stille reserve is afgenomen vanwege verkoop panden en gronden met een positief verkoopresultaat. Per 1‑1‑2018 is de stille reserve ongeveer € 12,3 miljoen.

Verkoop panden en gronden

Tot en met 2015 is de taakstelling met betrekking tot de verkoop van panden en gronden (besluitvorming begroting 2014) op schema verlopen. In Deventer Noordoost zijn voldoende panden en gronden verkocht en het Sluiskwartier is in exploitatie genomen. De verkoop van het Hegiuspand aan de Nieuwe Markt wordt eind 2017 of begin 2018 verwacht.

De verkoop van de gronden in Deventer Noordoost heeft in 2016 en 2017 een achterstand opgelopen. Het verloop van de verkoop van de oostelijke gronden maakt duidelijk dat de werkelijke marktwaarden in 2017 lager liggen dan eerder ingeschat. De kans dat de gemeente de boekwaarden moet afwaarderen neemt toe.

In het risicosysteem was rekening gehouden met een verlies van € 1.200.000 met een kans van optreden van 50%. Netto derhalve € 600.000. Hiervoor is geen gemeentelijk weerstandsvermogen aangehouden, maar is er vanuit gegaan dat dit risico kan worden opgevangen binnen de ROZ (Reserve Onroerende Zaken). Dit risico heeft met name betrekking op de verkoop van de woningen in het gebied. Nu ook is gebleken dat de marktwaarden voor de gronden onder druk staan, wordt het risico opgehoogd tot € 2.000.000 met een kans van optreden van 50%, netto derhalve € 1.000.000. Tot en met 2019 is het saldo van de ROZ voldoende om dit risico op te vangen. Bij de jaarrekening laten wij de gronden taxeren en beoordelen wij dit opnieuw.

De vertraging van de verkopen in 2016 en 2017 leidt tot een achterstand in de taakstelling van circa € 72.000. De totale nog te realiseren taakstelling bedraagt € 168.000 die conform begroting vanaf 2020 gerealiseerd moet zijn.

Reserve Onroerende Zaken

De omvang van de ROZ is per 1‑1‑2017 € 163.000. De ROZ is een egalisatiereserve waar jaarlijks het exploitatieresultaat van taakvedd 0.3 mee wordt verrekend. Het exploitatieresultaat is nog steeds negatief, dat jaarlijks wordt goedgemaakt door eenmalige verkoopresultaten. Wij verwachten komende jaren verschillende panden te kunnen verkopen waardoor het exploitatieresultaat van taakveld 0.3 verbetert en de ROZ gevoed wordt met verkoopopbrengsten.