Lokale heffingen

Waarin dient deze paragraaf inzicht te geven?

De paragraaf lokale heffingen geeft inzicht in het beleid ten aanzien van de lokale heffingen (inclusief kwijtscheldingsbeleid), de lokale lastendruk en de geraamde inkomsten van de diverse heffingen. Daarnaast geeft de paragraaf inzicht in de kostendekkendheid van de heffingen en de producten die samenhangen met de heffingen. In deze paragraaf is een overzicht van baten en lasten voor de heffingen opgenomen waarbij er sprake is van het verhalen van kosten. Voor de heffingen die hoogstens kostendekkend mogen zijn moet inzichtelijk worden gemaakt dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet worden overschreden.

Wijzigingen met ingang van 2018

Met ingang van 2018 zijn onderstaande zaken nieuw of gewijzigd:

  • Het algemene uitgangspunt is dat voor alle tarieven een gelijke maximale toegestane stijging wordt bepaald. Dit betekent voor 2018 dat de tarieven stijgen met 2,15% ten opzichte van 2017.
  • Dit betreft een gemiddelde van prijs (+ 0,40%) en loon aanpassingen (+ 3,9%).  De loonaanpassing betreft  structurele doorwerking van de cao aanpassingen welke nog niet in de leges/tarieven waren verdisconteerd.

Belangrijke conclusies uit deze paragraaf

  • De lastendruk voor inwoners met een huurwoning daalt met 1,2% tot € 382,74. Deze inwoners betalen alleen afvalstoffenheffing en rioolheffing.
  • De kwijtscheldingen blijven naar verwachting ongeveer gelijk op  € 1.308.226
  • Het tarief voor de rioolheffing daalt met 2,7% tot € 169,80
  • Het gemiddelde tarief voor de afvalstoffenheffing blijft gelijk, met gemiddeld € 212,94 (modelaanslag, met 6 aanbiedingen restafval 140 liter per jaar)
  • De ozb wordt trendmatig verhoogd met 3%.

Beleidsuitgangspunten

De lokale heffingen zijn onder te verdelen in twee categorieën:

  • belastingen
  • rechten.

Belastingen zijn heffingen waar geen aanwijsbare tegenprestatie van de overheid tegenover staat. De lokale belastingen zijn daarmee bijdragen in de algemene kosten van de gemeente en hebben een budgettaire functie. Doel ervan is om via de belastingen inkomsten te verwerven.

Rechten zijn heffingen voor het gebruik van bepaalde werken of inrichtingen van de overheid. Tegenover de heffing van de inwoners staat een tegenprestatie. Rechten zijn in feite bestemmingsheffingen.

Met betrekking tot de belastingen en rechten zijn de beleidsuitgangspunten verschillend.

Alles uitklappen
Beleidsuitgangspunten

De lokale heffingen zijn onder te verdelen in twee categorieën:

  • belastingen
  • rechten

Belastingen zijn heffingen waar geen aanwijsbare tegenprestatie van de overheid tegenover staat. De lokale belastingen zijn daarmee bijdragen in de algemene kosten van de gemeente en hebben een budgettaire functie. Doel ervan is om via de belastingen inkomsten te verwerven.

Rechten zijn heffingen voor het gebruik van bepaalde werken of inrichtingen van de overheid. Tegenover de heffing van de inwoners staat een tegenprestatie. Rechten zijn in feite bestemmingsheffingen.

Met betrekking tot de belastingen en rechten zijn de beleidsuitgangspunten verschillend.

Het algemene uitgangspunt is dat voor alle tarieven een gelijke maximale toegestane stijging wordt bepaald. Dit betekent voor 2018 dat de tarieven stijgen met 2,15% ten opzichte van 2017. Dit betreft een gemiddelde van prijs (+ 0,40%) en loon aanpassingen (+ 3,90%). De loonaanpassing betreft structurele doorwerking van de cao aanpassingen welke nog niet in de leges/tarieven waren verdisconteerd.


Beleidsuitgangspunt gemeentelijke belastingen

Bij de belastingen staat de budgettaire functie voorop. De trendmatige stijging van de OZB-/RZB-tarieven is voor het jaar 2018 en de daarop volgende jaren tot en met 2020 bepaald op jaarlijks 3%. De raad moet de definitieve tarieven voor de onroerendezaakbelasting uiterlijk in december vaststellen.

Uitgangspunt is dat de gemiddelde waarde schommelingen worden geneutraliseerd in de tarieven (exclusief groei van het bestand).


Beleidsuitgangspunt rechten

Door het karakter van de rechten als bestemmingsheffing is er een duidelijke relatie tussen de opbrengst van de rechten en de kosten van de door de gemeente te leveren tegenprestatie. Beleidsuitgangspunt is om die reden de kostendekkendheid van de betrokken tegenprestatie c.q. het overheidsproduct.

De kostendekkendheid bepaalt in principe het in rekening te brengen tarief. Binnen strikte regels mag binnen de leges de meeropbrengst van de ene heffing worden gebruikt voor de dekking van andere kosten. Voorwaarden zijn dat we rekening houden met aspecten zoals het verbod op willekeur, het evenredigheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel, de gevolgen van de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de Europese Dienstenrichtlijn. Dit is niet toegestaan als het gaat om de afvalstoffenheffing of de rioolheffing.

Het beleid is dat tarieven zoveel mogelijk kostendekkend zijn. In een aantal gevallen is dat structureel niet mogelijk. De infrastructurele kosten van bruggen en kades zijn bijvoorbeeld zo hoog dat het niet haalbaar is de kosten in zijn geheel te verhalen op de gebruikers van de haven.

Ook voor de begraafplaatsen geldt dat de inkomsten de kosten niet geheel dekken. Voor overige leges geldt dat deze niet kostendekkendheid zijn. Weliswaar zijn er onderlinge verschillen in kostendekkendheid tussen de verschillende producten uit de legesverordening, maar bezien over de hele legesverordening is sprake van mindere opbrengsten dan kosten.


Beleidsuitgangspunt toerekening van overhead

De overheadkosten worden binnen de gemeente Deventer toegerekend naar rato van de begrote directe apparaatskosten. Dit zijn alle teamkosten (loonsom, opleiding en diverse personeelskosten) in relatie tot de overheadkosten. Dit leidt voor 2018 tot een overheadpercentage van 84,88%.

De overheadkosten bestaan uit personele kosten van de teams die zich bezighouden met bedrijfsvoering en ondersteuning van bestuur en de materiële overheadkosten (zoals huisvesting en ICT)

(bedragen x € 1.000)

2018

2019

2020

2021

2022

Personeel en organisatie

2.148

2.148

2.147

2.147

2.147

Informatie en automatisering

6.166

6.169

6.191

6.186

6.186

Financiën

3.882

3.675

3.675

3.675

3.675

Facilitaire zaken

7.118

7.122

7.125

7.125

7.125

Communicatie

841

815

841

841

841

Management en ondersteuning

4.123

3.911

3.910

3.910

3.910

Bestuursondersteuning

868

868

868

868

868

Juridische zaken

1.132

1.182

1.232

1.283

1.283

Overheadkosten

26.278

25.889

25.989

26.034

26.034

Directe apparaatskosten

30.960

30.873

30.641

30.534

30.534

Overheadpercentage

84,88%

86,86%

84,82%

85,26%

85,26%


Kwijtscheldingsbeleid

Het kwijtscheldingsbeleid is vastgelegd in de Leidraad invordering. De hierin gestelde criteria zijn afgeleid van de regelgeving van het Rijk. Kwijtschelding is o.a. mogelijk voor hondenbelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing.

Naar verwachting wordt in 2018 voor € 1.308.226 aan belastinggelden kwijtgescholden. Het gaat hierbij met name om afvalstoffen- en rioolheffing.

(bedragen x € 1)

Belasting/heffing

Kwijtschelding in 2018

Hondenbelasting

9.226

Afvalstoffenheffing

675.000

Rioolheffing

624.000


Woonlasten 2018

De tariefaanpassingen 2018 leiden voor wat betreft de belangrijkste tarieven tot het volgende beeld (bedragen x € 1)

Woonlasten 2018

Bedrag 2017

Bedrag 2018

Afvalstoffenheffing

212,94¹

212,94²

Rioolheffing

174,46

169,80

Woonlasten gebruiker (sub-totaal)

387,40

382,74

OZB eigenaar

282,37

286,01

Woonlasten gebruiker/eigenaar (totaal)

669,77

668,75

¹) Op basis van het gemiddeld aantal aanbiedingen 140 liter container (2017: 6 aanbiedingen).

²) Dit betreft het tarief voor de ‘modelaanslag’ van het basistarief met 6 ledigingen. Per huishouden kan het tarief verschillen, afhankelijk van het aantal aanbiedingen per jaar. Na afloop van het jaar worden de daadwerkelijke ledigingen opgelegd. Hoe minder afval, hoe lager de aanslag.


Nadere toelichting belastingen

Alles uitklappen
Onroerende- en roerende zaakbelastingen

Het college stelt elk jaar de gewenste opbrengst van onroerende- en roerende zaken belastingen vast. Op basis van de jaarlijkse herwaardering en de gewenste opbrengst worden de tarieven voor de onroerende- en roerende zaakbelasting jaarlijks berekent. Per september 2017 zijn de conceptwaarden van de herwaardering gebruikt om de tarieven te berekenen voor het heffen van de belasting in 2018. Op het moment van ramen waren de waarderingen niet afgerond. In de raming is uitgegaan van een gereed percentage taxatiewaarden van 80%. Waarbij o.a de percelen bouwgrond, en een deel van de bedrijfswaarden nog gewaardeerd moeten worden.

De opbrengsten worden geraamd op:

(bedragen x € 1)

Belasting 2018

Opbrengst in 2018

OZB-opbrengst

25.098.000

RZB-opbrengst

9.000


Hondenbelasting

De tarieven stijgen ten opzichte van 2017 met 2,15%. De geraamde opbrengst 2018 bedraagt € 299.880.

Op basis van ervaringen wordt hiervan jaarlijks circa € 9.000 kwijtgescholden. Er is sprake van een bestand van ruim 6.200 honden.

De gemeente controleert jaarlijks steekproefsgewijs het hondenbezit. Deze controle tezamen met de publicaties van de voorgenomen controles zorgt ieder jaar weer een kleine uitbreiding van het aantal geregistreerde honden.

(bedragen x € 1)

Belasting 2018

Opbrengst in 2018

Hondenbelasting

299.880


Parkeerbelastingen

De totale begrote parkeeropbrengst voor 2018 is geraamd op € 4.759.513.

Deze opbrengst is conform het nieuwe BBV met ingang van 2018 verantwoordt op twee taakvelden, te weten:

  • op taakveld 0.63 parkeerbelasting voor een bedrag van € 3.827.257. Dit is de publiekrechtelijke opbrengst voor het straat parkeren. Dit is inclusief de € 288.000 voor het omzetten van parkeren vergunninghouders naar straat parkeren.
  • op taakveld 2.2 parkeren, voor een bedrag van € 932.256. Dit is de privaatrechtelijke opbrengst voor het garage parkeren.

(bedragen x € 1)

Belasting 2018

Opbrengst in 2018

Parkeerbelasting

4.759.513


Precario

Deze belastingen worden geheven voor het hebben van voorwerpen onder of boven, voor openbaar gebruik bestemde, gemeentegrond, maar ook voor de vergunning voor ingebruikname van gemeentelijke gronden. Onder de precariobelasting vallen ook de marktgelden. De gemeente Deventer heft haar gelden op basis van een marktprecario verordening. Een berekening kostendekkendheid is hiervoor niet benodigd.

Op basis van het Raadsbesluit van 16 december 1998 (nummer 98.19993) komt een deel van de precario ten goede aan het ondernemersfonds Deventer binnenstad.

(bedragen x € 1)

Belasting 2018

Opbrengst in 2018

Precario inclusief marktgelden

456.000

Waarvan marktgelden

314.000


Toeristenbelasting

Jaarlijks worden alle aanbieders van overnachtingslocaties uitgenodigd tot het doen van de aangifte toeristenbelasting. Hiertoe worden de aanbieders aangeschreven met uitleg over de heffing en afdracht van toeristenbelasting en ontvangen de aanbieders een aangifteformulier. De heffing wordt opgelegd na het lopende jaar. Naar aanleiding van het daadwerkelijk aantal overnachtingen wordt de belasting opgelegd.

De aanslag wordt tevens verzonden aan aanbieders van Airbnb.

(bedragen x € 1)

Belasting 2018

Opbrengst in 2018

Toeristenbelasting

126.000


Afvalstoffenheffing

De afvalstoffenheffing is een bestemmingsheffing en valt voor de lokale heffingen onder belastingen. De afvalstoffenheffing mag maximaal kostendekkend zijn. De afvalstoffenheffing is verschuldigd voor het gebruik van een perceel waar de gemeente een inzamelplicht heeft voor de huishoudelijke afvalstoffen.

De inwoners van Deventer zetten verder in op het recyclen van grondstoffen met behulp van de aanwezige voorzieningen.

Ook in 2018 blijven de oorspronkelijke beleidsuitgangspunten van Diftar onverkort van toepassing:

  • er geldt een GFT-0 tarief;
  • de tarieven zijn maximaal 100% kostendekkend;
  • er geldt een vast tarief per huishouden en een variabel tarief voor restafval, afhankelijk van het aanbiedvolume;
  • de literprijs is voor elke container gelijk. Het variabele tarief varieert recht evenredig met het aantal beschikbare liters van de container/ondergrondse container (140, 240 of 50 liter);
  • de tariefopbouw is zodanig dat geen enkel containervolume benadeeld of bevoordeeld wordt;
  • voor een 240 liter container of een extra tweede container (ongeacht volume) geldt een toeslag van € 36.

Het beleid leidt tot de volgende tarieven:

  • Het kostendekkende basistarief van € 158,28.
  • Dat een huishouden gemiddeld 6 keer per jaar de restafvalcontainer aanbiedt (was in 2016 gemiddeld 6).
  • Het opnemen van de aanbiedingstarieven voor restafval in de verordening.

(bedragen x € 1)

Volume-container

2016

2017

2018

240 liter

13,47

15,61

15,61

140 liter

7,85

9,11

9,11

50 liter

2,82

3,25

3,25

(bedragen x € 1)

Recht 2018

Opbrengst in 2018

Afvalstoffenheffing

10.236.188

Toelichting

in €

In %

Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente

-10.236

Inkomsten taakveld(en) exclusief heffingen

1.619

Netto kosten taakveld

-8.617

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

-678

BTW

-1.231

Totale kosten

-10.526

100%

Opbrengst heffingen

10.236

Dekking

10.236

97%


Rioolheffing

De hoofdlijnen van de kostenontwikkeling zijn beschreven in het Gemeentelijk rioleringsplan 2015-2020 zoals dat in november 2014 door uw raad is vastgesteld. De volgende zaken werken door in de tariefstelling voor 2018:

  • Bij vaststelling van het GRP is besloten om geen middelen te reserveren voor de theoretische vervangingsgolf die over 30 tot 40 jaar op lijkt te gaan treden. Deze keuze wordt in 2019 heroverwogen.
  • Bij vaststelling van het GRP is besloten dat het tarief direct de kosten volgt.
  • De indexering op de kosten is toegepast zoals aangegeven in de begrotingsrichtlijnen.    
  • Bij behandeling van de zomermarap 2014 is besloten om de begroting zodanig te wijzigen dat bedrag voor kwijtscheldingen structureel verhoogd is van € 472.000 tot € 624.000. De ontwikkeling op het gebied van kwijtscheldingen lijkt redelijk stabiel te blijven in 2017. In de begroting voor 2018 wordt geen wijziging op dit bedrag doorgevoerd.
  • Door een wijziging in de financiële systematiek verlaagt het rentetarief van 4 naar 2,7%. De lasten voor het tariefproduct riolering verlagen daardoor met € 304.000.
  • Het bedrag aan verrekening voor dubieuze debiteuren is tot 2017 niet begroot. Het gevolg is dat verrekening altijd ten laste van de reserve riolering is gedaan. Het bedrag neemt in de loop van de jaren steeds verder toe. Voor 2018 wordt begroot dat dit bedrag een omvang heeft van € 90.000. Dit wordt nu meegenomen in de tariefstelling.
  • Het aantal huishoudens is met 170 toegenomen.  

Om het basistarief te kunnen bepalen is een aantal elementen van belang. Uitgangspunt is de kosten in de primaire begroting. Hierop dienen die elementen in mindering te worden gebracht die niet (deels) via het basistarief worden gegenereerd. Zie daarvoor de toelichting hieronder.

(bedragen x € 1):

Geraamde kosten in de begroting 2018

7.089.000

Overhead

485.000

BTW kosten

476.000

Te dekken kosten

8.049000

Ter bepaling van het bedrag dat via het basistarief dient te worden gegenereerd worden de volgende kostenelementen in mindering gebracht:

(bedragen x € 1):

Nieuwe rioolaansluitingen

-199.000

Tariefdifferentiatie

-175.000

Kwijtscheldingen

-624.000

Te dekken kosten via het basistarief rioolheffing

7.051.000

Het geraamde aantal te belasten aansluitingen, gecorrigeerd voor wat betreft tarievendifferentiatie, ontheffingen en kwijtscheldingen bedraagt € 41.541. Om de kosten van € 7.051.000 te kunnen dekken is een basistarief van € 169,74 noodzakelijk.
De specificatie van de totale opbrengsten is dan:

(bedragen x € 1)

Basistarief rioolheffing

7.051.000

Opbrengsten tarievendifferentiatie

175.000

Opbrengsten nieuwe rioolaansluitingen

199.000

Kwijtscheldingen

624.000

Totaal

8.049.000

In verband met de technische eis dat het tarief deelbaar dient te zijn door 12 wordt voorgesteld het tarief vast te stellen op € 169,80. Het tarief bedroeg in 2017 € 174,46. Een verlaging derhalve van € 4,66 ofwel -2,7 %.

(bedragen x € 1)

Recht 2018

Opbrengst in 2018

Rioolheffing

7.851.000

Toelichting

in €

In %

Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente

-7.089

Inkomsten taakveld(en) exclusief heffingen

199

Netto kosten taakveld

-6.890

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

-485

BTW

-476

Totale kosten

-7.851

100%

Opbrengst heffingen

7.851

Dekking

7.851

100%


Havengelden

De exploitatie van de haven is niet kostendekkend. Dat komt doordat wij uitgevoerde groot onderhoudswerkzaamheden niet doorberekenen in de havengelden.

(bedragen x € 1)

Recht 2018

Opbrengst in 2018

Haven en opslaggelden

259.000

Toelichting

in €

In %

Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente

-325

Inkomsten taakveld(en) exclusief heffingen

85

Netto kosten taakveld

-240

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

-127

BTW

0

Totale kosten

-367

100%

Opbrengst heffingen

259

Dekking

259

71%


Lijkbezorgingsrechten

De lijkbezorgingsrechten hebben het karakter van een bestemmingsheffing. Hierdoor is er een relatie tussen de opbrengst van de rechten enerzijds en de kosten van de door de gemeente te leveren dienst of tegenprestatie anderzijds. De tarieven in de verordening (als geheel) mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. De mate van kostendekking vloeit voort uit de lasten en de totale opbrengsten uit het in rekening gebrachte tarief.

Het algemene beleid is de tarieven zoveel mogelijk kostendekkend te laten zijn. In een aantal gevallen is dat structureel niet mogelijk. Dit geldt ook voor het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen. De kostendekkendheid van de tarieven van de gemeentelijke begraafplaatsen bedraagt thans ongeveer 44%. Op basis van dit onderzoek en hetgeen is afgewogen bij Kwestie van Kiezen-I (BES-10) is besloten om niet tot een verhoging van de tarieven over te gaan. Hierin speelt mede een rol dat een verhoging van de lijkbezorgingsrechten naar verwachting zal leiden tot een verschuiving naar meer crematies, waardoor de kostendekkendheid extra onder druk komt te staan. De huidige kostendekkendheid wordt onder meer beïnvloed door het feit dat de begraafplaats Roeterdsweg, gelet op de in het verleden uitgegeven eeuwigdurende grafrechten, niet kan worden gesloten maar wel moet worden onderhouden. Hier staan dus geen inkomsten meer tegenover.

(bedragen x € 1)

Recht 2018

Opbrengst in 2018

Begraafrechten

137.000

Toelichting

in €

In %

Kosten taakveld(en) inclusief (omslag)rente

-265

Inkomsten taakveld(en) exclusief heffingen

0

Netto kosten taakveld

-265

Toe te rekenen kosten:

Overhead incl. (omslag)rente

-46

BTW

0

Totale kosten

-311

100%

Opbrengst heffingen

137

Dekking

137

44%


Nadere toelichting rechten

Kostendekkendheid leges en tarieven uit legesverordening.

De opbouw van de legesverordening is als volgt:

Alles uitklappen
Leges titel 1, Algemene dienstverlening

De leges in titel 1 bestaan voor het overgrote deel uit leges voor reisdocumenten, rijbewijzen, burgerlijke stand, afschriften uit de basisregistratie personen (BRP) en naturalisatie. De leges voor een deel van deze producten en diensten worden door het rijk vastgesteld.

(bedragen x € 1.000)

Leges

Lasten taakveld/product

Overhead

BCF BTW

Totale lasten

Andere inkomsten

Leges

Totale baten

Kosten
dekkendheid

Burgerlijke stand

240

154

-

394

-

157

157

40%

Reisdocumenten

556

472

-

1.028

-

1.106

1.106

107%

Rijbewijzen

301

256

-

557

-

336

336

84%

Verstrekking uit BRP

77

66

-

143

-

139

139

97%

Milieu

11

9

-

20

-

2

2

7%

Overige publiekszaken

44

38

-

82

-

96

96

116%

Leegstandwet

10

8

-

18

-

16

16

91%

Winkeltijdenwet

1

1

-

2

-

1

1

50%

Kansspelen

9

8

-

17

-

5

5

29%

Telecommunicatie

113

96

-

210

-

178

178

85%

Verkeer en vervoer

57

50

-

107

-

5

5

5%

Totaal

1.419

1.158

-

2.578

-

2.041

2.041

79%


Leges titel 2, Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning (Wabo)

Vanwege achterblijvende legesinkomsten hebben wij vanaf 2017 de tariefstructuur aangepast. Samen met het herstel van de woningmarkt heeft dit geleid tot hogere inkomsten in 2017 dan in voorgaande jaren. Wij verwachten dat de groei van de woningmarkt ook in 2018 doorzet. Aangezien de woningbouwproductie een belangrijk aandeel heeft in de legesinkomsten is er geen aanleiding om de begroting aan te passen. In afwijking van het algemene uitgangspunt worden de tarieven in 2018 niet geïndexeerd.

De gemeenteraad heeft uitgesproken dat we richting 100% van de wettelijk toegestane kosten via de leges mogen doorberekenen. Daar blijven wij voor de begroting 2018 nog steeds onder.

(bedragen x € 1.000)

Leges

Lasten taakveld/product

Overhead

BCF BTW

Totale lasten

Andere inkomsten

Leges

Totale baten

Kosten
dekkendheid

Bouwvergunningen 2

185

110

-

295

-

238

238

81%

Bouwvergunningen 3

1.133

715

-

1.848

-

2.251

2.251

122%

Slopen

5

4

-

9

-

5

5

59%

Aanleggen

11

10

-

21

-

16

16

76%

Planologisch

210

139

-

349

-

140

140

40%

Monumenten

104

75

-

179

-

11

11

6%

Brandveilig gebruik

21

5

-

26

-

16

16

61%

Kappen

21

8

-

29

-

21

21

72%

Uitweg

8

6

-

14

-

4

4

25%

Handelsreclame

21

18

-

39

-

22

22

57%

Totaal

1.719

1.090

-

2.809

-

2.724

2.724

97%


Leges titel 3, Dienstverlening vallend onderde Europese dienstenrichtlijn

In 2017 hebben we een toename gezien van het aantal vergunningaanvragen APV en bijzondere wetten. Dit wordt ook vanuit het beleid op de taakvelden Horeca en Evenementen ondersteund. De stijging van de kosten die de toename van het aantal vergunningaanvragen met zich meebrengt kan niet door een verhoging van de leges worden gedekt. De hoogte van de leges is de afgelopen jaren op een maximaal acceptabel niveau gebracht.

De kostendekkendheid van de vergunningverlening is hierdoor toegenomen. Echter, nog lang niet in alle gevallen honderd procent.

(bedragen x € 1.000)

Leges

Lasten taakveld/product

Overhead

BCF BTW

Totale lasten

Andere inkomsten

Leges

Totale baten

Kosten
dekkendheid

Horeca

58

47

-

105

-

43

43

41%

Evenementen, markten

277

235

-

512

-

41

41

8%

Prostitutie

6

5

-

11

-

10

10

91%

Exploitatievergunning

78

66

-

144

-

60

60

42%

Terras

40

34

-

74

-

17

17

23%

Coffeeshop (gedoogverklaring)

1

1

-

2

-

1

1

59%

Coffeeshop (exploitatievergunning)

1

1

-

2

-

2

2

98%

Huisvestingwet

15

12

-

27

-

23

23

86%

Brandbeveiligings-verordening

9

8

-

17

-

14

14

84%

Totaal

485

409

-

894

-

211

211

24%